(176) Lied 176
O Liefde die verborgen zijt
[1]
O Liefde die verborgen zijt
in diepe stilten eeuwigheid,
erbarm U over ons bestaan,
het wordt verraden en verdaan.
[2]
Hoe acht'loos in ons midden wordt
het kostbaar mensenbloed gestort
en in het onbarmhartig licht
het kruis des Heren opgericht.
[3]
De minsten van de mensen zijn
daar uitgestrekt in angst en pijn.
Tot aan het eind der wereld lijdt
Christus in hun verlatenheid.
[4]
O Liefde uit de eeuwigheid
die met ons mens geworden zijt,
wij bidden, laat ons niet alleen
in al het duister om ons heen,
[5]
opdat ook wij o Heer U niet
verlaten in uw diep verdriet
maar bij U zijn in al de pijn
waarmee de mensen mensen zijn.