[1]
Heer der heren, uw rijk kome,
toon uw heerschappij.
Kom nu onder mensen wonen
tot in eeuwigheid.
[chorus]
U komt toe de lof en eer,
de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
[2]
Heer der eeuwen, uw rijk kome,
o doorhuiver mij.
Want uw rijk daalt neer van boven
als de eng'lenrei.
[chorus]
U komt toe de lof en eer,
de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
[3]
Heer der mensen, uw rijk kome,
in het openbaar.
Heel de schepping roept in dromen
om uw eindgebaar.
[chorus]
U komt toe de lof en eer,
de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
[4]
Heer der lichten, uw rijk kome
in de donk're tijd.
Weg met nacht en 't rijk der boze,
licht met heerlijkheid!
[chorus]
U komt toe de lof en eer,
de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
[5]
Heer der tijden, uw rijk kome,
God, de dag breekt aan.
Want dat uur zal voor de vromen
vol van blijdschap slaan.
[chorus]
U komt toe de lof en eer,
de heerlijkheid, tot in eeuwigheid