(246) Lied 246
Gods adem die van boven kwam
[1]
Gods adem die van boven kwam
zet hart en ziel in vuur en vlam
en opent ons de oren
dat wij zijn tongval horen.
[2]
De tongen zijn van wind en vuur,
het woord is brandend van natuur,
het loopt door alle landen
en opent mond en handen.
[3]
Het woord wordt wijd en zijd verstaan,
het trekt zich alle dingen aan,
het doet ons ademhalen
en maakt ons wel ter tale.
[4]
Luister, dat ademend geluid,
God zaait de wind des Geestes uit
om straks een storm te oogsten,
de lof des Allerhoogsten.