(281) Op de tweesprong van het hart
281
[1]
Op de tweesprong van het hart
lopen mensen groot gevaar.
Men wordt menigmaal verward
door de list der moordenaar.
[2]
Satan wijst de brede weg,
't einde is de bitt're dood.
Christus is de smalle weg,
't einde is: De dood is dood.
[3]
Op de tweesprong van het hart
staat de mens vaak voor de keus.
Waar begeerte ons benart,
klinkt soms 'vrijheid' als een leus.
[4]
Maar dit blijkt gebondenheid
aan de vader van bedrog.
Here, help ons en bevrijd
van het zuigend leugenzog.
[5]
Op de tweesprong van het hart
laat God over aan zichzelf
al wie zonde kiest en smart,
waar geen redden meer aan helpt.
[6]
Heer, red ons uit dat gevaar.
De verleiding is soms groot.
U staat op die tweesprong klaar
om te redden van de dood!
[7]
Op de tweesprong van het hart
heeft de Geest de Heer geleid.
Christus heeft met kracht volhard,
satan kreeg Hem niet verleid.
[8]
En de Heer werd niet bekoord
door de boze pracht en macht.
Satan heeft Gods woord gehoord
en ten einde was zijn kracht.