[1]
Als de dag van Jezus Christus,
onze Heer, gekomen is
en de klank van de bazuin
zijn komst beduidt,
als zijn luister en zijn majesteit
ineens worden onthuld,
zingen al Gods kind'ren jubelend en luid:
[chorus]
O Heer Jezus, wij aanbidden,
o Heer Jezus wij aanbidden,
o Heer Jezus wij aanbidden,
en wij buigen ons nu
voor uw macht terneer.
[2]
Als de dag van Jezus Christus,
onze Heer, gekomen is,
zijn wij dan op dat moment zo voorbereid,
dat die dag ons blij verrast
en dus niet plots'ling overvalt;
zingen wij dan juichend,
vol van dankbaarheid?
[chorus]
O Heer Jezus, wij aanbidden,
o Heer Jezus wij aanbidden,
o Heer Jezus wij aanbidden,
en wij buigen ons nu
voor uw macht terneer.
[3]
Laat ons werken voor de meester
die ons uitgezonden heeft
in een wereld vol van schijn en duisternis;
laat ons blij getuigen
van zijn onbegrensde liefdemacht,
tot die grote dag, dat uur gekomen is.
[chorus]
O Heer Jezus, wij aanbidden,
o Heer Jezus wij aanbidden,
o Heer Jezus wij aanbidden,
en wij buigen ons nu
voor uw macht terneer