(448) Lied 448
Soms groet een licht van vreugde
[1]
Soms groet een licht van vreugde
de christen als hij zingt:
de Heer is 't die met vleugels
van liefde hem omringt.
Loopt alles ons ook tegen,
Hij zal ons 't goede doen,
Hij geeft na donk're regen
een mild en klaar seizoen.
[2]
Goddank, wij overdenken
't geheim van onze Heer,
het heil dat Hij wil schenken,
dat nieuw is altijd weer.
Bevrijd van onze zorgen
begroeten wij de dag
en vrezen niet de morgen,
wat hij ook brengen mag.
[3]
Hij die met heerlijkheden
de lelien bekleedt,
zal ook zijn kindren kleden,
Hij kent ons lief en leed.
Geen schepsel wordt vergeten,
Hij houdt het al in stand,
die vogels geeft te eten,
Hij voedt ons uit zijn hand.
[4]
Al zal geen wijnstok dragen,
geen vijgeboom zijn vrucht,
al ligt het veld te klagen
onder een lege lucht,
God doet zijn hand toch open,
zijn lof krijgt stem in mij.
Daar ik op Hem mag hopen,
ben ik alleen maar blij.