(3) Heer, talrijk is de overmacht
[1]
Heer, talrijk is de overmacht,
een opstand tegen mij.
Men zegt: God helpt hem zonder kracht,
nooit maakt die God hem vrij.
[2]
Maar Heer, U bent voor mij een schild,
U dekt mijn leven, Heer.
U hebt mijn hoofd omhoog getild,
U God, U, bent mijn eer.
[3]
De echo komt hoog van uw berg
als antwoord op gebed.
Uw hulp gaat dwars door been en merg,
U, Heer, hebt mij gered.
[4]
Ik geef mij over aan de nacht
en val gerust in slaap.
U, Heer, houdt over mij de wacht,
totdat ik weer ontwaak.
[5]
Geen legermacht maakt mij nog bang
al staat ze om mij heen.
Heer, sla mijn vijand op zijn wang
en laat mij niet alleen.
[6]
Geen ander is tot hulp in staat,
dan U alleen, o God.
O, zegen wie met U omgaat
en leeft naar uw gebod.