[1]
Gods volk wordt uitgeleid,
zij gaat met vreugde voort,
en de bergen en heuv'len
juichen rondom haar.
Alles zingt erbij,
zelfs de bomen zijn blij
en zij klappen voor hun God.
En de bomen in het veld
zullen klappen voor Hem...
En de bomen in het veld
zullen klappen voor Hem...
En de bomen in het veld
zullen klappen voor Hem...
en wij gaan vrolijk voort.