(311) O, denk aan het huis bij de Heer
311
[1]
O, denk aan het huis bij de Heer,
aan de plaats waar geen nacht is of leed,
waar Gods heil'gen hun koning ter eer,
in het smetteloos wit zijn bekleed.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer.
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer.
[2]
O loof nu uw Heiland en Heer,
die ons voor is gegaan tot Gods troon,
waar nu 't loflied de koning ter eer,
Jezus dank zegt op juub'lende troon.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer.
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer.
[3]
In 't land van de rust wacht de Heer,
wachten engelenmachten ook mij,
ja, ook ik zing mijn koning ter eer,
binnenkort in de hemelse rei.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer.
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer.
[4]
Aanbidding vervult reeds mijn hart,
nu de tijd naar het einde toe spoedt.
Dan ben ik vrij van moeite en smart,
als ik Jezus, mijn meester, ontmoet.
[chorus]
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer.
Bij de Heer, bij de Heer,
o, denk aan het huis bij de Heer