(157) Ik verblijd mij zeer in de Heer
[1]
Ik verblijd mij zeer in de Heer,
mijn ziel juicht in mijn God.
Ik verblijd mij zeer in de Heer,
mijn ziel juicht in mijn God,

want Hij heeft mij bekleed
met de klederen des heils,
met de mantel der gerechtigheid
heeft Hij mij omhuld.