[1]
Nu Christus regeert,
is mijn ik van de troon.
Want eer ik Hem zocht, vond Hij mij.
Na al mijn verzet is genade mijn loon:
Christus leeft, Christus leeft
in mijn hart!
[chorus]
Christus leeft, in mijn hart,
Christus leeft, Christus leeft,
in mijn hart!
[2]
De duivel gaat rond
als een brullende leeuw,
en grijpt naar de macht over mij.
Maar God maakt mij vrij
van de god dezer eeuw:
Christus heerst, Christus heerst
in mijn hart!
[chorus]
Christus heerst, in mijn hart,
Christus heerst, Christus heerst
in mijn hart!
[3]
't Verzet tegen God
grijpt al wijd om zich heen,
de kilheid bedreigt ook de kerk.
Maar Jezus de Heer
bouwt zijn kerk steen voor steen:
Christus bouwt,
Christus bouwt aan mijn hart.
[chorus]
Christus bouwt aan mijn hart,
Christus bouwt, Christus bouwt,
aan mijn hart!
[4]
Waar Christus regeert
wordt zijn toekomst verwacht.
De Geest en de bruid zeggen: Kom!
Want Hij komt terug met zijn engelenmacht.
Christus komt, Christus komt,
juicht mijn hart!
[chorus]
Christus komt juicht mijn hart,
Christus komt, Christus komt,
juicht mijn hart