(174) Juicht, want Jezus is Heer
[1]
Juicht, want Jezus is Heer,
kinderen Sions, verblijdt u ter ere
van Hem, die ons liefheeft.
Hij is verrezen en leeft,
Jezus, de Koning, die mensen
het leven weer geeft.
[2]
(Tegenstem vrouwen:)
Wij juichen, tot eer
van onze God, die ons liefheeft.
Wij juichen, tot eer van onze God.
[3]
Liefde bedekt zijn schepping,
de bloemen, de vogels, het gras.
Zou Hij dan jou vergeten,
Jezus, die blinden genas, verrees.
[4]
(Tegenstem vrouwen:)
Liefde is zijn schepping,
zou Hij jou vergeten.
[5]
Wees als een boom die vruchtdraagt,
ieder seizoen op zijn tijd.
Drink van het levend water,
Jezus, de bron voor altijd, verrees.
[6]
(Tegenstem vrouwen:)
Wees een boom die vruchtdraagt,
drink het levend water.