(318) Heer, God, U loven wij
318
[1]
Heer, God, U loven wij.
Heer, U belijden wij.
Vader, in eeuwigheid
zingt 't gans heelal uw naam.
Aarde en hemel, Heer,
zingen uwe naam ter eer,
heel uw schepping door,
eeuwig met 't eng'lenkoor:
[2]
Heilig, heilig!
Heilig is onze God, de Heer Zebaoth.
Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol.
Hemel en aarde zijn van uw grootheid vol.
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja.
Amen.