(330) Getrouw is God, zijn plannen falen niet
330
[1]
Getrouw is God,
zijn plannen falen niet.
Hij kiest de zijnen uit
en roept hen allen.
Die 't heden kent,
de toekomst overziet,
laat van zijn woorden
geen ter aarde vallen,
[2]
en 't werk der eeuwen,
dat zijn Geest omspant,
volvoert zijn hand.
[3]
De Heer regeert.
Zijn koninkrijk staat vast.
Zijn heerschappij omvat
de loop der tijden.
Een sterke hand,
die nooit heeft misgetast,
blijft met het heilig zwaard
des Geestes strijden,
[4]
en d' adem zijner lippen overmant
de tegenstand.
[5]
De Heil'ge Geest,
die in de waarheid leidt,
doet aan zijn kerk
Gods heilgeheimen weten.
Die nimmer van haar wijkt
in eeuwigheid,
heeft zijn bestek
met wijsheid uitgemeten.
[6]
Hij komt in Christus' kerk
van land tot land
als Gods gezant.