(482) De Heer onze God
[1]
De Heer onze God: Hij is Koning.
De Heer onze God;
verheven is zijn naam,
geweldig in kracht, groot in daden,
de Heer onze God;
verheerlijk nu zijn naam!
[2]
Halleluja! Hij is de Allerhoogste.
Halleluja! Hij zetelt op de troon.
Halleluja! Zijn koningschap is eeuwig.
Halleluja! Wij juichen voor zijn naam!
[3]
(bridge)
(v)
Met het tweesnijdend zwaard in de rechterhand
en bewaard door het schild van het geloof,
(m)
mogen wij overwinnen als de strijd ontbrandt,
worden vurige pijlen steeds gedoofd.
[4]
Jezus de Heer: Hij is Koning.
Jezus de Heer; verheven is zijn naam,
geweldig in kracht, groot in daden.
Jezus de Heer; verheerlijk nu zijn naam!
[5]
Halleluja! Het Lam is overwinnaar.
Halleluja! Hij heerst nu op de troon.
Halleluja! De dood is overwonnen.
Halleluja! Wij juichen voor zijn naam!
Halleluja! Wij juichen voor zijn naam!