[chorus]
Zingt een nieuw lied, alle landen.
Zingt voor de Heer
en verheerlijkt zijn naam.
[1]
Zingt een nieuw lied, alle landen.
Zingt voor de Heer
en verheerlijkt zijn naam.
Treedt in zijn tempel met uw offeranden,
kondigt zijn roem bij de volkeren aan.
[chorus]
Zingt een nieuw lied, alle landen.
Zingt voor de Heer
en verheerlijkt zijn naam.
[2]
Roept tot de volkeren:
God is de koning,
Hij houdt de weegschaal
der wereld loodrecht.
Hij is rechtvaardig, bij Hem is het oordeel,
alles wordt Hem aan zijn voeten gelegd.
[chorus]
Zingt een nieuw lied, alle landen.
Zingt voor de Heer
en verheerlijkt zijn naam.
[3]
Juicht wat in zee leeft,
of leeft op de velden:
ziet, uw verlosser gaat komen, weest blij!
Wuift alle bomen der wouden, verwelkomt
juichend uw koning, want Hij is nabij!
[chorus]
Zingt een nieuw lied, alle landen.
Zingt voor de Heer
en verheerlijkt zijn naam