(55) Glorie, glorie, halleluja
[1]
En de Heer kwam
op de wereld
als een kindje in de kribbe.
Glorie, glorie halleluja.
[2]
En zij hadden geen wijn
en Hij gaf het hun te drinken.
Glorie, glorie halleluja.
[3]
En zij hadden geen brood
en Hij gaf het hun te eten.
Glorie, glorie halleluja.
[4]
En de blinden gingen zien
en de doven gingen horen.
Glorie, glorie halleluja.
[5]
En de Heer sprak tot de wind
en de zee kwam tot bedaren.
Glorie, glorie halleluja.
[6]
En de Heer ging naar de hemel
en wij mogen Hem aanbidden.
Glorie, glorie halleluja.