[1]
Vrede van God,
de vrede van God.
De vrede van God zij met jou.
Vrede van Hem, vrede van God.
De vrede van God zij met jou.
[2]
In Jezus? naam, in Jezus? naam.
In Jezus? naam geef ik jou
vrede van Hem, vrede van God.
De vrede van God zij met jou.
[3]
Heilige Geest, de Heilige Geest,
de Heilige Geest zij met jou.
Vrede van Hem, vrede van God.
De vrede van God zij met jou.