[1]
Habakuk was een profeet,
hij vroeg zich af
waarom God niets deed
tegen mensen vol van onrecht,
ongehoorzaam aan Hem.
Maar God zei: ?Wacht maar af,
eens verhef Ik mijn stem.?
[chorus]
Geef nooit op, nee!
Geef nooit op.
God zorgt voor jou en mij,
vertrouw daar maar op.
Geef nooit op, nee!
Geef nooit op.
God hoort jou en mij,
vertrouw daar maar op.
[2]
Hanna had een groot verdriet,
ze wou een kindje,
maar kreeg het niet.
Ze ging toen naar de tempel
en ze smeekte en bad.
Ik kan je wel vertellen
dat God haar niet vergat.
[3]
Daniƫl hield veel van God,
hij was gehoorzaam
aan elk gebod.
En zo belandde hij daar
in die leeuwenkuil,
maar hij werd niet verscheurd
door een leeuwenmuil.