(380) Beveel gerust uw wegen
380
[1]
Beveel gerust uw wegen,
al wat uw leven deert,
bij God aan, die u zegent
en die 't heelal regeert!
Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan,
zal ook wel wegen vinden,
waarlangs uw voet kan gaan.
[2]
De Heer kunt u vertrouwen,
zijn wil is wijs en goed.
Vaak kon u toch aanschouwen,
dat God nog wond'ren doet?
Wij kunnen God niet dwingen,
door klagen noch door pijn
laat God zich iets ontwringen.
Hij wil gebeden zijn.
[3]
Uw trouw en uw genade,
O Vader, weet zo goed,
wat ons bestaan tot schade
of voordeel worden moet.
Vol wijsheid en vol liefde
is al wat U besluit;
en wat U ooit beliefde,
dat voerd' uw almacht uit.
[4]
Laat Hem besturen, waken
-'t is wijsheid wat Hij doet;
zo zal Hij alles maken,
dat g' u verwond'ren moet,
als Hij, die alle macht heeft,
met wonderbaar beleid
geheel het werk volbracht heeft,
waarom u nu nog schreit.
[5]
Die trouw de loopbaan lopen,
ontvangen voor Gods troon
de prijs, waarop zij hopen:
de overwinnaarskroon.
Dan is voorbij het lijden;
dan is uw taak volbracht;
dan ziet u, dat na 't strijden
een zegepalm u wacht.