(188) U bent erbij
[1]
Als ik zit te spelen,
dan bent U erbij.
Loop ik me te vervelen,
dan bent U erbij.

Ga ik m'n vrienden mailen,
dan bent U erbij.
Ik wil mijn leven met U delen,
dan bent U altijd bij mij.
[chorus]
Als ik blij ben, bent U blij,
als ik pijn heb, hebt U pijn.
Als ik huil dan troost U mij,
daarom wil ik altijd samen met U zijn,
daarom wil ik altijd samen met U zijn.
[2]
Als ik zit te praten,
dan bent U erbij.
Ga ik de hond uitlaten,
dan bent U erbij.

En fiets ik door de straten,
dan bent U erbij.
U zult mij nooit verlaten,
want U bent altijd bij mij.
[3]
Als ik zit te eten,
dan bent U erbij.
En ook als ik ga skaten,
dan bent U erbij.

Zelfs als ik zit te keten,
dan bent U erbij.
U zult mij nooit vergeten,
want U bent altijd bij mij.
[chorus]
Als ik blij ben, bent U blij,
als ik pijn heb, hebt U pijn.
Als ik huil dan troost U mij,
daarom wil ik altijd samen met U zijn,
daarom wil ik altijd samen met U zijn,
daarom wil ik altijd samen met U zijn,
daarom wil ik altijd samen met U zijn.
[4]
Samen met U zijn,
samen met U zijn,
samen met U zijn,
samen met U zijn.
[5]