[1]
Wat zou ik aan U kunnen geven,
want alles is al van U.
De dieren op het land,
de vogels in de lucht,
alles wat er leeft.
Wat zou ik aan U kunnen geven,
want alles is al van U.
De hemel en de aarde,
ja, heel het heelal,
omdat U het geschapen heeft.
[2]
Ik zal U loven met heel mijn hart.
Ik zal U eren met heel mijn verstand.
Ik zal U prijzen met al mijn kracht
want dat is waar U naar verlangt.