(241) A tot Z
[1]
A van almachtig,
B van Bevrijder,
C is van Christus, Gezalfde van God.
D is van Dienaar,
E is van eeuwig,
F van Formeerder, Hij schiep het heelal.
[2]
G van gekruisigd,
H is van hoeksteen,
I van Immanuël, God is met ons.
J is van Jezus,
K is van Koning,
L van zijn liefde, die Hij aan mij toont.
[chorus]
Van A tot Z bent U de hoogste Heer.
Alfa, Omega en zoveel meer.
Oneindig groot is ook uw heerschappij
U bent het einde voor mij!
[3]
M van Messias,
N is van ned'rig,
O is van opstanding,
P van Profeet.
Q is van I.Q.: onze God is de slimste.
R is van rots
en S is van schild.
[4]
Na na na?
[5]
T is van toevlucht, een veilige haven,
U van uniek,
Verlosser is V.
W is de weg,
X voor extra bijzonder.
IJ voor ijzersterk,
Z van Zoon van God.