(252) Ik wil klappen voor God
[1]
Ik wil klappen voor God,
dansen voor God,
juichen voor God de Heer.
Ik wil stampen voor God,
springen voor God,
zingen voor God de Heer.
Ik wil getuigen
van de liefde van God,
want Hij houdt van iedereen.
En ik wil zeggen:
Hij is mijn koning en vriend,
zoals Hij is er maar één.
[2]
Klappen, dansen,
juichen voor Hem!
Stampen, springen,
zingen voor Hem!