(258) Hij was een generaal
[1]
Hij was een generaal
die bijna altijd won,
een soort Napoleon.
Geweldig machtig, maar
hij had een groot geheim.

Want ook een echte held,
die krijgt met veel geweld
nooit alles voor elkaar.
Geen dokter in het land
kon hem genezen, want
er was geen medicijn.
[2]
Naäman kreeg een tip:
een man in Israël
die helpt u zeker wel,
Elisa, de profeet.

Met knechten en veel poen
is hij op reis gegaan.
Hij klopte bij hem aan
en wat Elisa deed?
Hij stuurde hem een knecht:
'Hoor wat mijn meester zegt,
dit is wat u moet doen:
[chorus]
Knielen, knielen, knielen
met je billen op je hielen,
met je knieën op de grond
dan word je weer gezond.

Niet mopperen, niet mompelen,
maar zeven keren dompelen;
koppie onder gaan
in de Jordaan.'
[3]
Toen werd Naäman boos:
'ik kniel niet in die drek,
dan sta ik straks voor gek
daar in die stink-Jordaan.

Ik voel me veel te groot,
want thuis ben ik de held
met rijkdom en met geld,
ik spring niet in die sloot.'
Zijn knechten zeiden: 'heer,
probeer het toch een keer
en laat uw trots toch gaan!'