[1]
Voor familie en voor vrienden,
mijn speelgoed en mijn klas.
Voor het huis waar ik in woon,
de bomen en het gras.
[2]
Voor de zon en voor de regen,
de wolken en de wind.
Voor uw trouw en zegen
ben ik dankbaar,
ben ik dankbaar.
[3]
Refrein 1:
Ik dank U Vader, dank U Heer.
Ik dank U Jezus, dank U zeer.
Voor de zon en voor de regen,
de wolken en de wind?
Voor uw trouw en zegen
ben ik dankbaar, ben ik dankbaar.
[4]
Voor mijn lichaam, voor het eten,
het drinken elke keer.
Voor dat alles: dank U Vader,
ik dank U lieve Heer.
[5]
Voor mijn bed en al mijn kleren,
het water uit de kraan.
Voor wat U wilt geven
ben ik dankbaar,
ben ik dankbaar.
[6]
Refrein 2:
Ik dank U Vader, dank U Heer.
Ik dank U Jezus, dank U zeer.
Voor mijn bed en al mijn kleren,
het water uit de kraan.
Voor wat U wilt geven
ben ik dankbaar, ben ik dankbaar.
[7]
Ik dank U Vader, dank U Heer.
Ik dank U Jezus, dank U zeer.