(398) Ik weet niet waarom Gods genĂ¢
398
[1]
Ik weet niet waarom Gods genĂ¢,
aan mij ook werd betoond,
en Hij mij, een onwaardig mens,
steeds zoveel liefde toont.
[chorus]
Maar ik weet in wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: Mijn Heer is machtig
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd
tot die dag, bewaart voor mij.
[2]
Ik weet niet, hoe 't geloof in mij
door God werd ingeplant,
of hoe Hij mij de vrede geeft,
ver boven mijn verstand.
[chorus]
Maar ik weet in wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: Mijn Heer is machtig
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd
tot die dag, bewaart voor mij.
[3]
Ik weet niet,
hoe Gods Geest de mens
van zonde overtuigt,
en Jezus openbaart aan 't hart,
dat voor Hem nederbuigt.
[chorus]
Maar ik weet in wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: Mijn Heer is machtig
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd
tot die dag, bewaart voor mij.
[4]
Ik weet niet,
hoe mijn weg zal zijn,
die Hij voor mij bereidt;
wat kruis ik draag, voor dat ik Hem
zal zien in heerlijkheid.
[chorus]
Maar ik weet in wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: Mijn Heer is machtig
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd
tot die dag, bewaart voor mij.
[5]
Ik weet niet,
wanneer Jezus komt,
of waar ik Hem begroet,
of dat 'k moet sterven voor dat ik
Hem in de lucht ontmoet.
[chorus]
Maar ik weet in wie 'k geloofd heb,
en ben verzekerd: Mijn Heer is machtig
dat Hij het pand, Hem toevertrouwd
tot die dag, bewaart voor mij