[1]
U biedt, Heer Jezus, rust mij aan,
U maakt van zonden vrij.
U zegt gebond'nen vrijheid aan.
Dat deed U ook aan mij.
[2]
Mijn zondenlast, zo bang zo zwaar,
bracht mij in duist're nacht.
De nood steeg hoog, maar Hij was daar,
die op ons roepen wacht.
[3]
Ja, God is goed, dat Hij Zijn zoon
voor mij op aarde zond:
nu juicht mijn ziel op blijde toon,
dat 'k in Hem vrede vond.