(122) Gezang 122
Voor alle heil'gen, rustend na hun werk
[1]
Voor alle heil'gen, rustend na hun werk,
die U beleden, in vertrouwen sterk,
danken w' U, Jezus, met uw ganse Kerk.
Halleluja!
[2]
Gij waart hun rots, hun vesting en hun kracht,
Gij, Heer, de leidsman, die hun zege bracht,
Gij 't enig licht in lange, donk're nacht.
Halleluja!
[3]
O, mochten die u volgen, zo vol moed
strijden, gelijk oudtijds der heil'gen stoet,
en met hen winnen eenmaal 't hoogste goed!
Halleluja!
[4]
Heil'ge gemeenschap, band in lief en leed!
Wij hier in zwakheid, zij in blinkend kleed,
en toch reeds nu in U aaneengesmeed.
Halleluja!
[5]
En als de strijd verwoed is, 't lijden lang,
klinkt reeds van ver de blijde zegezang,
gevend aan 't hart weer overwinningsdrang.
Halleluja!
[6]
Gulden gloeit d' avond in een stralend rood:
nu komt weldra verlossing uit de nood,
zalige vrede in des Vaders schoot!
Halleluja!
[7]
Maar zie, nog schoner, reiner dag breekt aan:
heil'gen der eeuwen triomferend staan!
Daar komt de Koning met geheven vaan!
Halleluja!
[8]
Van 's aardrijks einden stromen tot het feest
d' ontelb're helden, die zijn trouw geweest,
zingend tot Vader, Zoon en Heil'ge Geest:
Halleluja!