[1]
U zeeg'ne God,
Hij stell' u tot een zegen!
Gezegend zij uw hoofd, uw hart, uw wegen,
uw aards, uw eeuwig lot!
[2]
Gezegend d' echt,
die u verbindt, zijn banden,
zijn bloemen, en zijn juk, de trouwe handen,
door God ineengelegd!
[3]
Gezegend 't huis,
waarin de liefde wone,
waar u de Heer met vreugd' en ere krone;
gezegend ook het kruis!
[4]
Het kruis te zaam
als een van ziel gedragen!
De blik op Hem, die 't kruis verdroeg, geslagen,
en in zijn kracht en naam!
[5]
O God, verhoor
en schenk ons onze bede!
Toon hun uw gunst, doordring hen van uw vrede,
licht met uw licht hen voor!