(441) Brood uit de hemel, voor allen gebroken
441
[1]
Brood uit de hemel,
voor allen gebroken,
wijn voor de zielen, tot heil geplengd.
Uw eeuw'ge liefde heeft gesproken,
dat G' al wie dorst ten leven drenkt.
[2]
Zie op de harten
in smarten gebroken,
let op de tranen in angst geschreid;
U hebt aan 't kruis zich niet gewroken,
maar wijd uw armen uitgebreid.
[3]
Zo heeft uw sterven
de machten gebroken,
die ons hier bonden tot in de dood;
uw heilig lichaam werd doorstoken,
toen U voor ons de weg ontsloot.
[4]
Zij in ons leven
voor altijd gebroken,
al wat ons nog aan de zonde bindt;
zij als een bloem van liefd' ontloken,
't hart, dat in U zijn Heiland vindt.
[5]
Mocht alle twijfel
in ons zijn gebroken!
Voor ons is Jezus het levensbrood.
Mocht in ons 't heimwee zijn ontstoken,
naar God, die ons verzoening bood.
[6]
En als dan eenmaal
ons oog is gebroken,
Jezus ons noodt in zijn heerlijkheid,
wordt weer opnieuw het woord gesproken:
komt, ziet de tafel u bereid!