[1]
Op een lichte wolkenwagen
Wordt de Heer van d'aard gedragen.
Vaart Hij op naar 's hemels troon,
vaart Hij op naar 's hemels troon.
[2]
Alles moet voor Hem zich buigen;
ied're tong Zijn lof getuigen,
en Hem eren als Gods Zoon,
en Hem eren als Gods Zoon,
[3]
Vorsten, machten, krachten, tronen,
zij die 't hemelrijk, bewonen,
eren Jezus' heerlijkheid
eren Jezus' heerlijkheid.
[4]
Alle macht is Hem gegeven;
en wat leeft en nog zal leven,
is tot Zijne dienst bereid,
is tot Zijne dienst bereid.
[5]
Geeft, o zondaars, Hem uw harten;
klaagt , o kranken, Hem uw smarten,
zegt, o armen, Hem uw nood,
zegt, o armen, Hem uw nood.
[6]
Ziet, hij stierf om u het leven,
rijkdom, vrede, vreugd te geven,
eeuwig leven na de dood,
eeuwig leven na de dood!