[1]
Met Christus aan boord
ben ik veilig in de storm,
veilig in de storm,
veilig in de storm.
Met Christus aan boord
ben ik veilig in de storm,
Hij brengt mij veilig thuis.
Varen door de storm,
varen door de storm.
Met Christus aan boord
ben ik veilig in de storm,
Hij brengt mij veilig thuis.