[1]
Door de nacht van strijd en zorgen
schrijdt de stoet der pelgrims voort,
vol verlangen naar de morgen,
waar de hemel hen verhoort.
[2]
Lied'ren zingend vol vertrouwen
tot in het voltooide licht
broeder broeder zal aanschouwen
staande voor Gods aangezicht.
[3]
Door de nacht leidt ons ten leven
licht dat weerlicht overal,
dat ons blinkend zal omgeven,
als ons God ontvangen zal.
[4]
In ons hart is dit de luister,
dit de liefde die ons leidt
op de kruistocht door het duister
naar de lichte eeuwigheid.
[5]
Met één lied uit duizend monden
gaan wij zingend door de nacht,
door één Geest tesaam verbonden,
naar de kust waar God ons wacht.
[6]
Eén van hart en één van zinnen,
één in onze aardse strijd,
in ons hemels overwinnen,
één in tijd en eeuwigheid.
[7]
Zo gaan wij hier met elkander
door de nacht op weg naar huis,
pelgrims die uit alle landen
samenkomen om het kruis.
[8]
Die aan kruis en graf ontheven
zullen zingen lof en prijs
aan de Heer van dood en leven
in zijn zalig paradijs.