(460) De dag, door U aan ons gegeven
460
[1]
De dag, door U aan ons gegeven
loopt af, de duisternis breekt aan.
Wij zingen dankbaar onze zangen
nu mensenkind'ren rusten gaan.
[2]
Wij danken U, dat uw gemeente
nog waakt, steeds zoekend naar uw licht.
Zij blijft op wacht in heel de wereld,
verstaat daarin haar dure plicht.
[3]
Wanneer in and're werelddelen
uw nieuwe dag met kracht begint,
zal steeds in nieuwe kringen klinken
de lofzang, die aan sterkte wint.
[4]
De zon, die ons nu gaat verlaten
roept and're mensen tot het licht.
Dan cirkelt weer langs mensenmonden
voor U een eeuwig lofgedicht.
[5]
Zo is het, Heer, uw troon zal nimmer
als aardse glorie ondergaan.
Uw heerschappij zal immer groeien
tot al de uwen voor U staan.