[1]
Kroon Hem met gouden Kroon,
het Lam op Zijne troon.
Hoor, hoe het Hemels loflied al,
verwint in heerlijk schoon.
Ontwaak mijn ziel en zing,
van Hem, Die voor u stierf.
En prijs Hem in all' eeuwigheên,
Die 't heil voor u verwierf.
[2]
Kroon Hem, der liefde Heer!
Aanschouw Hem, hoe Hij leed;
Zijn wonden tonen 't gans heelal,
wat Hij voor 't mensdom deed.
De Eng'len om Gods troon,
all' overheid en macht.
Zij buigen dienend zich ter neer,
voor zulke wond're pracht.
[3]
Kroon Hem, de Vredevorst!
Wiens macht eens heersen zal.
Van pool tot pool, van zee tot zee;
't Klinke over berg en dal.
Als alles voor Hem buigt
en vrede heerst alom.
Wordt d' aarde weer een paradijs,
kom, Here Jezus! kom!