(291) Een parel in Gods hand

[1]
Weet je dat de Vader je kent.
Weet je dat je van waarde bent.
Weet je dat je een parel bent,
een parel in Gods hand,
een parel in Gods hand.
[2]
Ik weet dat de Vader mij kent.
Ik weet dat ik van waarde ben.
Ik weet dat ik een parel ben,
een parel in Gods hand,
een parel in Gods hand.