(2203) Psalm 22:3
U smeekten zij, van mensenhulp ontbloot
U smeekten zij, van mensenhulp ontbloot,
En zijn gered; zij hebben in hun nood
Op U vertrouwd, van schaamte nimmer rood,
Na hun gebeden.
Maar ik, ik ben een worm, van elk vertreden;
Een worm, geen man; Een spot en smaad van mensen;
Wien 't boze volk, naar zijn baldadig wensen,
Beschimpen kan.