(3401) Psalm 34:1
Ik loof den HEER', mijn God
Ik loof den HEER', mijn God,
Mijn zang klimm' op naar 't hemelhof;
Mijn mond zing' eeuwig tot Zijn lof,
Om mijn gelukkig lot.
Mijn ziel, loof d' Opperheer;
't Zachtmoedig volk zal 't straks verstaan,
Door vreugd met u zijn aangedaan
En juichen tot Zijn eer.