(3506) Psalm 35:6
Mijn vijand, dorstig naar mijn bloed
Mijn vijand, dorstig naar mijn bloed,
Vergeldt mij wreevlig kwaad voor goed.
Maar ik, hem ziend' in krankheid zuchten,
Nam deel in al zijn ongenuchten.
Ik vastte, met een zak omgord;
'k Had mijn gebeden uitgestort;
Ik ging in 't zwart, met rouwmisbaar,
Alsof 't mijn vriend, mijn broeder waar'.