(3901) Psalm 39:1
Ik zei: "Nu zal ik letten op mijn paan
Vorige pagina
Ik zei: "Nu zal ik letten op mijn paan,
Om met mijn tong niet t' overtreen.
Ik zal geen woord uit mijnen mond doen gaan,
Maar breidlen dien in tegenheen;
Terwijl hij, die mij booslijk tegenstreeft,
Nog daaglijks mij voor ogen zweeft."