[1]
Is uw leven voor and'ren ten zegen?
Bent u vol van de liefde van God?
Helpt u mee aan de redding van zondaars?
Is de dienst van de Heer uw genot?
[chorus]
Maak mij 't kanaal van uw zegen, O Heer!
'k Leg hier mijn zelfzucht
en vrees voor U neer!
'k Wil voor U strijden, uw naam belijden;
maak mij 't kanaal van uw zegen, o Heer!
[2]
Is uw leven voor and'ren ten zegen?
Een talent gaf de Heer in uw hand.
Hebt u and'ren er reeds bij verkregen,
of begroef u die schat in het zand?
[chorus]
Maak mij 't kanaal van uw zegen, O Heer!
'k Leg hier mijn zelfzucht
en vrees voor U neer!
'k Wil voor U strijden, uw naam belijden;
maak mij 't kanaal van uw zegen, o Heer!
[3]
Is uw leven voor and'ren ten zegen?
Merkt de wereld aan daden en woord,
dat er kracht in het bloed is van Jezus?
Bent u christen zoals het behoort?
[chorus]
Maak mij 't kanaal van uw zegen, O Heer!
'k Leg hier mijn zelfzucht
en vrees voor U neer!
'k Wil voor U strijden, uw naam belijden;
maak mij 't kanaal van uw zegen, o Heer!
[4]
Is uw leven voor and'ren ten zegen?
Voor uw vijand zowel als uw vriend?
Ziet men thuis, of waar u ook zult wezen,
dat u Jezus, uw meester, nu dient?
[chorus]
Maak mij 't kanaal van uw zegen, O Heer!
'k Leg hier mijn zelfzucht
en vrees voor U neer!
'k Wil voor U strijden, uw naam belijden;
maak mij 't kanaal van uw zegen, o Heer!
[5]
Nimmer zijn we kanalen van zegen,
als door zonde ons hart is onrein.
Zonder kracht is ons woord en ons leven;
ja, tot hinderpaal zullen wij zijn!
[chorus]
Maak mij 't kanaal van uw zegen, O Heer!
'k Leg hier mijn zelfzucht
en vrees voor U neer!
'k Wil voor U strijden, uw naam belijden;
maak mij 't kanaal van uw zegen, o Heer