God vaart, voor het oog,
Met gejuich omhoog;
't Schel bazuingeluid
Galmt Gods glorie uit.
Heft den lofzang aan,
Zingt Zijn wonderdaan,
Zingt de schoonste stof,
Zingt des Konings lof,
Met een zuivren galm,
Met een blijden psalm.
Hij, de Vorst der aard',
Is die hulde waard.