(5510) Psalm 55:10
God zal mij horen, en hen plagen
God zal mij horen, en hen plagen,
Die God, die reeds van oude dagen,
Als rechter zat, om 't kwaad te weren;
Dewijl dit volk, der tucht ontwend,
In 't minste geen verandring kent,
En God noch vrezen wil, noch eren.
l2
Hij slaat zijn handen aan zijn vrinden,
Geen vreegenootschap kan hem binden.
Hij schendt verbonden, speelt met eden;
Hij vleit en gladder is zijn mond
Dan boter, maar zijns harten grond,
Is vol van krijg en bitterheden.