[1]
Doorgrond mijn hart
en ken mijn weg, o Heer.
Beproef m' en zie
wat niet is tot uw eer.
Is soms de weg
die 'k ga niet goed voor mij;
leid m' op de eeuw'ge weg,
Heer, maak mij vrij!
[2]
O, Heer heb dank,
'k mag toch de uwe zijn.
Uw dierbaar bloed wast
mij van zonden rein.
Doop mij met vuur
opdat 'k mij niet meer schaam;
'k wil leven, Heer,
tot eer van Jezus' naam.
[3]
Zie Heer, hier ben 'k;
maak mij een vat voor U;
woon in mijn hart,
vernieuw het, doe het nu!
Verbreek mijn wil,
maak m' ook van hoogmoed vrij;
'k wil in U blijven Heer,
blijft U in mij.
[4]
O, Heil'ge Geest,
kom tot uw heerschappij:
schenk een herleving
en begin bij mij.
Zegen uw volk,
maak 't als een bruid bereid.
Wachtend op Jezus' komst
in heerlijkheid.