Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE,
Dien groten God, Die wondren deed.
Zijn rechterhand, vol sterkt' en ere,
Zijn heilig' arm, wrocht heil na leed.
Dat heil heeft God nu doen verkonden,
Nu heeft Hij Zijn gerechtigheid,
Zo vlekkeloos en ongeschonden.
Voor 't heidendom ten toon gespreid.