[1]
Vriend'lijk, zachtmoedig
roept Jezus de zijnen.
Dringend weerklinkt nu zijn stem:
"Zondaars, o kom toch
en wordt nu de mijne."
Ga nu gelovig tot Hem!
Refrein:
Keert weer, keert weer,
Zondaars, keert weer tot uw Heer!
Vriend'lijk, zachtmoedig
roept Jezus de zijnen.
Zondaars, o hoort Hem, keert weer!
[2]
Jaren reeds roept Hij
en klopt aan uw harten,
laat toch niet langer Hem staan;
weet, dat uw weig'ring
de Heiland zal smarten,
laat toch de Heer binnengaan.
[chorus]
Keert weer, keert weer,
Zondaars, keert weer tot uw Heer!
Vriend'lijk, zachtmoedig
roept Jezus de zijnen.
Zondaars, o hoort Hem, keert weer!
[3]
Snel vliegt de tijd
naar de eeuwigheid henen;
alles op aarde vergaat.
Blijf niet de satan
uw oor langer lenen,
straks is 't voor eeuwig te laat.
[chorus]
Keert weer, keert weer,
Zondaars, keert weer tot uw Heer!
Vriend'lijk, zachtmoedig
roept Jezus de zijnen.
Zondaars, o hoort Hem, keert weer