Uw wonderkracht heeft in den morgenstond
Des vluggen tijds, deez' aarde vast gegrond.
Wat in haar kreits ooit wanklen moog' of wijken,
Zij zal, door U gevestigd, nooit bezwijken.
Zij, die ten blijk van Uwe macht verstrekt,
Was eertijds met den afgrond overdekt,
Als met een kleed. De hoogte van de golven
Hield al 't gebergt' in 't grondloos diep bedolven.