(11504) Psalm 115:4
Hun hand, hoe fraai bewerkt, tast nooit iets aan
Hun hand, hoe fraai bewerkt, tast nooit iets aan,
Hun voet, hoe welgevormd, kan nimmer gaan,
Hun keel geen klanken geven.
Hun maker deel' in hun verachtlijk lot;
Die op hen steunt, miss' nevens hen 't genot
Van 't duurgeschatte leven.