(14405) Psalm 144:5
Ontzet mij, red mij uit der vreemden handen
Ontzet mij, red mij uit der vreemden handen,
Wier leugenmond mij wreevlig aan durft randen;
Hun rechterhand wordt door de list bestierd;
Daar z' aan 't bedrog den ruimen teugel viert.
Zo zullen zich, als planten, onze zonen,
In hunne jeugd reeds groot en sterk vertonen;
De dochters zijn, als stenen, naar den eis
Gehouwen, op de hoeken eens paleis.